Hoofdstuk 8: Wyck

Wyck (Uitspraak: Wiek, Limburgs: Wiek) is een woonwijk van de stad Maastricht. Wyck is onderdeel van het stadsdeel Centrum en ligt in het winterbed van de rivier de Maas op de oostelijke oever. Het ligt ingeklemd tussen de Maas in het westen en de spoorlijn Eindhoven-Maastricht-Luik in het oosten. Feitelijk bestaat Wyck uit drie delen: het oorspronkelijk middeleeuwse Oud-Wyck, de laat-19e-eeuwse Stationsbuurt en de laat-20e-eeuwse uitbreiding Céramique.

De naam Wyck (in 1157 Wich) is afgeleid van het Latijnse woord vicus. Al vanaf de Romeinse tijd lag op de oostelijke Maasoever een nederzetting. In de eerste eeuw na Christus werd deze via de Romeinse brug verbonden met de nederzetting op de westelijke Maasoever. Romeins Wyck strekte zich over een lengte van minstens 250 m langs de Rechtstraat uit, vanaf de latere Sint-Martinuskerk in zuidelijke richting. Bij de sloop van de oude Sint-Martinuskerk in 1853 werd de torso van een Mercuriusbeeld aangetroffen. Op de plaats van het pand Rechtstraat 52 stond een vrijstaand stenen gebouwtje van circa 6 x 4 meter, dat mogelijk als mithraeum diende. Omstreeks 333 werd op de westelijke oever het Maastrichtse castellum gebouwd ter verdediging van de brug. Waarschijnlijk gebeurde dat ook op de Wyckeroever, maar daarvoor bestaat vooralsnog geen bewijs. Door 2000 jaar riviererosie is een deel van Romeins en vroegmiddeleeuws Wyck, wellicht inclusief het castellum, verdwenen in de Maas.

Wyck was in 1204 al omgeven door een aarden wal, die in dat jaar door hertog Hendrik I van Brabant werd verwoest. In 1267 verwoestte de Luikse prins-elect Hendrik III van Gelre de Maasbrug en de grote verdediginstoren van, die door Dirk II van Valkenburg werd verdedigd. Met de stenen van de Wycker toren zou Hendrik het Kasteel Montfort hebben gebouwd. In 1284 werd, iets ten noorden van de Romeinse brug de huidige Sint Servaasbrug gebouwd. In 1297 werd Wyck, dat tot dan toe Luiks was geweest, Brabants. Begin 14e eeuw werd Wyck ommuurd. De stenen muur was ca. 1100 m lang. De belangrijkste stadspoort van Wyck was de Duitse Poort, ook wel Akerpoort of Hoogbruggepoort genoemd. Vanwege het feit dat deze poort niet in het verlengde van de brug lag, moest het verkeer een 'slinger' door Wyck afleggen, waardoor de Hoogbrugstraat en de Rechtstraat de belangrijkste straten in dit deel van de stad werden. Met name aan eerstgenoemde straat lagen voorname gebouwen zoals het Sint-Gillishospitaal en enkele refugiehuizen en poorthuizen van kloosters en adellijke families.

Begin 17e eeuw werd in Wyck een klooster van de Annunciaten gesticht, dat tot stand kwam door financiële steun van de proost van het Sint-Servaaskapittel Engelbert Boonen. Omstreeks 1855 werd de oude Sint-Maartenskerk vervangen door de huidige parochiekerk van architect Cuypers. In 1867 verloor Maastricht de status van vestingstad en begon de sloop van de Maastrichtse vestingwerken, ook in Wyck. Na de sloop werd hier de Stationsbuurt gerealiseerd, vooral bedoeld voor welgestelde Maastrichtenaren. Dwars door Oud-Wyck, in het verlengde van de Sint Servaasbrug, werd een oost-westdoorbraak gerealiseerd, de zogenaamde Percée (de huidige Wycker Brugstraat en Stationsstraat). Begin 20e eeuw werd aan de oostzijde, in de as van de Percée, het nieuwe Station Maastricht gebouwd, dat voordien een stuk noordelijker was gelegen. Nadat eind 19e eeuw de Stationsbuurt was gerealiseerd, vond eind 20e eeuw opnieuw een uitbreiding plaats: op het voormalige fabrieksterrein van de aardewerkfabriek Société Céramique (1851-1958) verrees toen de architectuurwijk Céramique.

Zicht op de Maastrichtse wijk Wyck.