Hoofdstuk 2: Wonder Sint Servaas (blinde helpen?)

Volgens de overlevering verrichte Sint Servaas vele wonderen. Hij was bijzonder geliefd omdat hij zich ook om de arme en minderbedeelde ontfermde zo blijkt uit het boek Servaaslegende van Hendrik van Veldeke. Hierin staat de volgende passage waaruit dit blijkt en ook gerept wordt over blinde, welke in Sint Servaas & de Merovingen het uitgangspunt vormen voor één wonder.

“Servaas besefte terdege dat hij dát tijdens zijn aardse leven niet volledig kon vergelden. Hij leidde een deugdzaam en kuis leven zonder zonden en liet dat blijken in zijn werken. Hij beschermde de Heilige Kerk en bekleedde zijn ambt op kuise, zuivere en ernstige wijze. Wie om hulp bij hem kwam, adviseerde hij oprecht. Op de dagen dat hij de mis opdroeg en Gods Lichaam ontving, gebruikte hij geen spijs of drank. Zo'n dag hield de heilige en vrome man in ere door niets te eten. Aan deze gewoonte hield hij zich strikt: gasten noch ziekte konden hem daarvan afbrengen. Omwille van God getroostte hij zich deze moeite. Hij leidde een zeer ingetogen leven. De Heilige Geest stond hem bij; dat bleek uit al zijn werken die hij anders niet had kunnen volbrengen.

De rijken der aarde ging hij niet uit de weg: hij had geen ontzag voor hen en trad hen hard en streng tegemoet. Voor de armen daarentegen was hij zachtmoedig en hij had mededogen met hen. Hij bejegende hen vriendelijk en verzachtte hun ellende. Bedroefden troostte hij, gevangenen verloste hij, zieken genas hij en onrecht bestreed hij.

Dit gerucht verspreidde zich alom, zodat veel volk naar de heilige Griek toestroomde. Melaatsen, zieken, stommen en blinden zochten de verzachter van hun leed in vertrouwen op. De vrome prediker, de grote heer van Maastricht, gaf hun de spraak of het licht in de ogen terug. Aan welke ziekte ze ook leden, met Gods hulp kon hij doven en lammen genezen. Velen die door de duivel bezeten waren, bezochten hem eveneens en dankzij Gods genade wist hij hen te troosten en van hun ellende te verlossen.

Toentertijd was de edele helper in nood - zoals hij tegenwoordig nog is - een wijd en zijd vermaarde spiegel voor de vrienden Gods. Wie in navolging van Servaas zielen redt en goede werken verricht, zal nooit ofte nimmer op een dwaalspoor raken. Hij was als hel ware de morgenster60 te midden van de geweldenaren die in die tijd kerken verwoestten, op ketterse wijze Jezus tegenspraken en de zuivere Maagd Maria verachtten, zoveel ze maar konden. Tegen hen vochten de vrienden Gods die het christelijke geloof wilden versterken. Daardoor doorstonden ze vaak allerlei ellende, maar de goede Sint Servaas was hun machtige leidsman, zoals dikwijls duidelijk werd. De heilige Hieronymus61 die in Bethlehem woonde, dat in de buurt van Jeruzalem ligt, de heilige Augustinus62 uit Afrika, Sint Maarten63 uit Tours, de heilige Ambrosius van Milaan64 die God onderdanig was, de heilige Hilarius van Portiers,65 de goede Sint Amasis,66 de heilige Theophilus,67 en de heilige [Johannes] Chrysostomos68 waren allen personen die niemand ten val kon brengen, van de waarheid kon afhouden of van hun geloof waar ze zich veel moeite voor gaven, kon afbrengen.