Hoofdstuk 5: Sint Servaas basiliek

De Sint-Servaasbasiliek (Limburgs: Sintervaosbasiliek, of kortweg Sintservaos) is een kerkgebouw in het historische centrum van Maastricht, gelegen tussen drie pleinen: het Vrijthof, het Keizer Karelplein en het Henric van Veldekeplein. De kerk is, naar men aanneemt, gebouwd op het graf van Sint-Servaas en wordt beschouwd als de oudste nog bestaande kerk van Nederland. De grote, driebeukige kruisbasiliek is grotendeels in romaanse stijl gebouwd met gebruikmaking van kolenzandsteen en mergel. Het kerkgebouw fungeert als parochiekerk van de rooms-katholieke Sint-Servaasparochie en is tevens dekenaatskerk van Maastricht. Sinds 1985 voert de kerk de titel basilica minor (basiliek). De basiliek is een rijksmonument en behoort tot de 'Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg' uit 1990. De kerk, de kloostergangen en de schatkamer zijn dagelijks geopend voor publiek en tegen betaling te bezichtigen.

De huidige Sint-Servaasbasiliek is waarschijnlijk de vierde kerk op deze locatie. Door een reeks archeologische opgravingen is de wordingsgeschiedenis van het huidige gebouwencomplex min of meer duidelijk geworden. Eerst was er een grafkapel die gebouwd werd in 384 voor sint Servaas. Volgens Gregorius van Tours werd er op zijn graf een houten kapel gebouwd, een cella memoriae, die al spoedig een bedevaartsplek werd. Van 1985 tot 1989 werden bij archeologische opgravingen in de kerk ter hoogte van de Servaascrypte, op een diepte van 180 cm onder de huidige kerkvloer, resten van een min of meer vierkant gebouw van steen aangetroffen met de afmetingen 430 x 390 cm. Het gebouw lag aan de zuidrand van een laat-Romeins grafveld uit de 4e-5e eeuw, op een afstand van 100 m van de Romeinse weg (de Via Belgica). De ingang bevond zich aan de noordzijde. Aan de zuidzijde bevond zich een laat-antiek waterbassin (piscina), waarin twee munten uit de late 4e eeuw werden aangetroffen. Bij de opgraving waren op een fundament van vuursteen en rode mortel resten te zien van 50–60 cm dikke muren van kolenzandsteen. Het is mogelijk dat met dit gebouw, hoewel niet van hout, de cella memoriae van Gregorius van Tours gevonden is.

Omstreeks 560 werd de grafkapel door bisschop Monulfus van Maastricht vervangen door een stenen kerk met crypte, volgens Gregorius van Tours een magnum templum, een "grote tempel". Volgens sommige historici was de Merovingische kerk de kathedraal van het Bisdom Maastricht, hoewel er ook aanwijzingen zijn dat de Onze-Lieve-Vrouwekerk dat was. Bij opgravingen in de jaren 1980 is de kerk van Monulfus teruggevonden. Het gebouw bestond uit één beuk en was 15 meter breed. Door de aanleg van de vieringscrypte in de 11e eeuw, is een deel van de fundamenten van deze kerk verwijderd. Als gevolg daarvan is onbekend hoe ver de muren naar het oosten doorliepen. Ook de plattegrond van het priesterkoor is daardoor niet meer te achterhalen. Waarschijnlijk is deze kerk op een zeker moment een vijftal meters in westelijke richting uitgebreid, waardoor de cella memoriae uit de eerste bouwfase binnen de Merovingische kerk kwam te liggen.

De kerk van Monulfus werd al na een eeuw vervangen door een grotere kloosterkerk, als onderdeel van een klooster- of abdijcomplex. Van dit vroegmiddeleeuwse klooster zijn in de pandhof fundamenten aangetroffen. Wellicht werd de bouw van de tweede Merovingische kerk mede ingegeven door de toestroom van pelgrims naar het graf van de heilige, waardoor de kerk te klein werd. Deze driebeukige basilica, waarvan vrijwel de gehele plattegrond gedocumenteerd kon worden, mat 38 x 19 m, bezat een atrium aan de westzijde, aanbouwsels aan de oostelijke uiteinden van de zijbeuken, en een ingangsportaal aan de zuidzijde. Ook van deze kerk blijft de exacte vorm van het koor onbekend door de verstoring van de fundamenten bij de aanleg van de latere crypten. Wel zijn er aanwijzingen voor een eigentijdse crypte. Opgaand muurwerk is nauwelijks gevonden.

Bij de opgravingen werd tussen het puin een vloerfragment van rode mortel aangetroffen, alsmede een groot aantal en honderden glasscherven en stukjes lood van de oorspronkelijke glas-in-loodbeglazing. Bijzonder zijn de 133 kleurrijke tesserae, vierkante mozaïeksteentjes, overwegend van glas, waarvan ongeveer een derde met een laagje bladgoud was bedekt. Deze laatste werden vaak gebruikt als achtergrond van Bijbelse voorstellingen of voor de aureolen van heiligen. Vlak bij het priesterkoor werd een in drie stukken gebroken kalkstenen plaat met een vrij vlak reliëf gevonden uit de 1e helft van de 8e eeuw. Mogelijk is het afkomstig van een doksaal. Het linkerdeel toont De vlucht naar Egypte; het rechterdeel De kindermoord van Herodes. Bij de opgravingen werd midden in de as van de kerk, ongeveer 10 meter ten westen van het graf van Sint-Servaas, de begraafplaats aangetroffen van de heilige bisschoppen Monulfus en Gondulfus, de stichters van de eerste Merovingische kerk volgens de traditie. De vindplaats kwam overeen met de plek die Heriger van Lobbes in de 10e eeuw had beschreven.

In het begin van de 8e eeuw wordt het Sint-Servaasklooster in de schriftelijke bronnen genoemd als verbanningsoord van abt Wando van Fontenelle, een van de tegenstanders van Karel Martel in de Frankische Burgeroorlog. Uit het feit dat Wando door de Karolinger Karel Martel enkele tientallen jaren naar Maastricht werd verbannen, kan worden afgeleid dat de Karolingen toen zekere rechten over kerk en klooster van Sint-Servaas hadden. Dit was zeker het geval in de 9e eeuw, toen Alcuinus en Einhard, beiden vooraanstaande hovelingen aan het Akense koningshof, in Maastricht lekenabt waren.

De Sint Servaasbasiliek

Opgravingen merovingische kapel 7e-9e eeuw.

De Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek is een museum van religieuze kunst en kunstvoorwerpen in de Basiliek van Sint-Servaas te Maastricht. De schatkamer bevat enkele voorwerpen van middeleeuwse edelsmeedkunst die tot de kostbaarste in Nederland behoren en is een belangrijke toeristische attractie in Maastricht.

De schat van de Sint-Servaasbasiliek bestaat traditioneel uit vier afdelingen: 1. de Servatiana: delen van de schat die betrekking hebben op het leven van Sint-Servaas; 2. relieken en reliekhouders; 3. liturgische voorwerpen en 4. de textielschat. Het museum bezit tevens een collectie schilderijen, prenten en beeldhouwwerken, maar deze maken geen deel uit van de historische kerkschat. Tevens worden in een deel van de schatkamer archeologische vondsten tentoongesteld.

De voornaamste voorwerpen in de schatkamer die in verband worden gebracht met het leven van de heilige Servatius zijn: de zogenaamde 'sleutel van Sint-Servaas', het zogenaamde 'borstkruis van Sint-Servaas', het draagaltaar van Sint-Servaas, de drinknap van Sint-Servaas, de reiskelk en pateen van Sint-Servaas, de pelgrimsstaf van Sint-Servaas, de kromstaf van Sint-Servaas, het zegel van Sint-Servaas.

Sleutel van Sint-Servaas

Borstbeeld Sint-Servaas

De voornaamste reliekhouders in de kerkschat, de Noodkist en het borstbeeld van Sint-Servaas, bevinden zich in de benedenkapel. De overige reliekhouders, waaronder het patriarchaal kruis, worden in de bovenkapel getoond. Hier bevindt zich een uitgebreide verzameling antropomorfe reliekhouders (in de vorm van hoofden, armen en voeten), ostensoria, tafelreliekhouders, ivoren reliekenkistjes, reliekhoorns en bewerkte struisvogeleieren en kokosnoten.

De middeleeuwse textielschat van de Sint-Servaaskerk is één van de belangrijkste ter wereld. Tot de topstukken behoren de zogenaamde albe van Sint-Servaas en het kleed van Monulfus.

Albe van Sint-Servaas